Pagina 1 van 1

Toekomst van de duivensport

Geplaatst: wo mar 23, 2016 18:29
door Udo Peters
Vorig jaar in mei schreef ik mijn vorige column over het onderwerp “toekomst van duivensport” en daarin gaf Jurgen Menkhorst uit Drogeham, zijn visie daar op. Jurgen werkt sinds mei 2014 parttime op het kantoor van de NPO in Veenendaal. De hoofdpersoon van deze column/minireportage, de 68 jarige Henk Ouderdorp heeft eveneens bij de NPO gewerkt. Tussen 1989-1996 was hij directeur van het bureau. Net als nu was het een periode waarin het onrustig was in duivensportland. Zo heeft bijvoorbeeld de fraude van de gebroeders Bisseling en de hele nasleep daarvan flink wat impact op hem gehad. Henk geeft aan dat deze periode in zijn werkzame leven hem sowieso veel geleerd en gebracht heeft. “Eigenlijk was het een harde maar goede leerschool. Als je directeur van de NPO bent geweest kun je in elke organisatie werken. In de duivensport spelen namelijk heel veel belangen en die staan vaak haaks op elkaar. Het aansturen van vrijwilligers is veel ingewikkelder dan het aansturen van mensen in loondienst. Maar ik heb er met plezier gewerkt en bewaar hele goede herinneringen aan de samenwerking met de medewerkers van het bureau NPO.”

Henk heeft vanaf zijn 12e jaar duiven. Eerst is hij begonnen met sierduiven, maar toen een buurman die één van zijn sierduiven had opgevangen tegen hem zei; “ik zal je eens aan een paar echte duiven helpen”, was hij al snel met het duivensportvirus besmet. Hoewel hij zeker ook genieten kan van de wedvluchten, beleeft Henk het meeste plezier aan de kweek. Hij heeft een lange periode samen gevlogen onder de naam Top-Ouderdorp en behaalde ooit een mooie klassering in het Fondspiegel klassement. Sinds een paar jaar is hij nu zelfstandig lid en heeft hij zich op het kweken toegelegd van een goede stam fondduiven. Als anderen met door hem gekweekte duiven goed presteren schenkt dat hem net zoveel plezier als wanneer hij zelf een mooie prestatie neerzet.

Ik sprak met Henk over de grote daling van het aantal leden. In zijn tijd bij de NPO waren er nog meer dan 55.000 duivenliefhebbers bij de NPO aangesloten, nu is dat nog maar ongeveer een derde van dit aantal. Volgens Henk past een intensieve hobby als de duivensport minder in deze tijd. “Duivensport is een tijdrovende sport. De mensen kunnen veel meer kiezen en ze willen minder gebonden zijn. Ook is de duivensport bij vooral jonge gezinnen dikwijls lastig te combineren met werk en gezin. Man en vrouw werken vaak beiden en dat legt sowieso al veel druk op jonge gezinnen. Als ik in mijn omgeving kijk dan zal het aantal liefhebbers nog verder afnemen. Het aantal 65 + is heel groot. En er komt weinig jeugd bij. Hoewel er in bepaalde gebieden van het land (zoals in Staphorst) nog wel relatief veel jonge liefhebbers zijn. Ik ben benieuwd hoe dat komt. Zelf heb ik 4 zoons, maar geen van hen heeft belangstelling voor de duivensport.” Omdat ik er dichtbij woon denk ik wel te kunnen verklaren waarom er in een dorp als Staphorst veel jeugdige liefhebbers zijn. Allereerst is het een landelijk gebied waar mensen vaak voldoende ruimte hebben rondom het huis. Verder wonen er relatief veel duivenliefhebbers, dus de kans om hier mee in contact te komen is veel groter dan bijvoorbeeld in een grote stad als Zwolle waar nog maar enkele tientallen liefhebbers zijn. En ik constateer in Staphorst ook een grote bereidheid om elkaar te helpen. Er wordt veel samen gekweekt, geruild en met elkaar opgetrokken om zo elkaar op een hoger niveau te tillen. In zo’n sfeer gedijt een jeugdige liefhebber uiteraard veel beter dan in een vereniging waar een nieuw lid het voornamelijk zelf moet uitzoeken. Helaas zijn er ook veel verenigingen waar veel afgunst heerst en er geen tot nauwelijks bereidheid is om elkaar te helpen. In zulke verenigingen komen er geen tot nauwelijks nieuwe leden bij. Ik vroeg Henk hoe hij daar tegenaan kijkt. “We verliezen te veel leden door onderling gedoe in verenigingen. Ook de samenwerking tussen verenigingen verloopt vaak moeizaam. En toch is samenwerking noodzakelijk door het teruglopen van het ledental. Ik denk wel dat er nog voldoende liefhebbers zijn die klaar staan om nieuwe liefhebbers te begeleiden en te helpen. Ik ben een overnachtfondspeler en binnen deze discipline kom ik weinig afgunst tegen. Ik heb veel goede vrienden onder hen. Specialisatie is onvermijdelijk. Voor de samenhang in kleine verenigingen kan het echter een ramp zijn.”



In mijn vorige column over dit onderwerp gaf Jurgen Menkhorst aan dat naar zijn mening de duivensport vrij gemakkelijk onder de knie te krijgen is. Ik kreeg een aantal reacties van beginnende liefhebbers die het volstrekt oneens met Jurgen waren. Zelf zie ik dat er onder de grootste groep duivenliefhebbers veel kennis ontbreekt van heel essentiële zaken. Wanneer ik hier dan over door vraag krijg ik vaak als antwoord dat de duivensport zo ingewikkeld is. Hoe kijkt Henk hier tegenaan? “De duivensport is beslist geen eenvoudige hobby. Er zijn enkele liefhebbers die het gemakkelijk afgaat. Dit zijn echter de witte raven.”

Tot slot nog enkele vragen.

Wat trekt mensen nog aan in de duivensport volgens jou?

Het plezier in het verzorgen van en het omgaan met de duiven.

Wat zie jij als het grootste gevaar voor het behoud van de duivensport?

Medicalisering van de sport en de roofvogels.

Er wordt erg veel in ziektes gedacht is mij opgevallen. Jurgen Menkhorst ziet zelfs de resistentie tegen de werkzame middelen van duivenziekten welke in antibiotica zitten, als één van de grootste bedreigingen van de duivensport. Hoe kijk jij hier tegenaan?

Daar ben ik het mee eens. Ik lees graag de artikelen die Jaak Nouwen in Duifke Lacht over dit onderwerp schrijft.

De invloed van dierenbeschermingsorganisaties op onze hobby lijkt steeds groter te worden. Hoe kijk jij daar tegen aan?

Een goed PR beleid voor de duivensport is noodzakelijk. We moeten de duiven zorgvuldig vervoeren en lossen. De dierenbeschermingsorganisaties letten goed op ons.